Het recente Besluit van de Vlaamse Regering (BVR RPR) van 20 januari 2023 biedt lokale besturen in Limburg meer flexibiliteit en autonomie in hun HR-beleid. Ook beoogt het besluit om externe mobiliteit tussen overheidsniveaus te stimuleren. Tot slot introduceert het kaderbesluit ook verschillende moderne HRMinstrumenten voor de lokale en provinciale besturen.
Alle kenmerken van de arbeidsmarkt wijzen erop dat de “war for talent” niet zal verbeteren, met een stijging van het aantal knelpuntfuncties tot gevolg. Hierdoor stijgt het risico op zowel opwaartse druk op onze loonschalen als braindrain naar de privésector. Als nu reeds bij besturen het gevoel bestaat dat we elkaars beste collega’s van elkaar afsnoepen met betere voorwaarden, kan dit nog verergeren als elk bestuur zijn eigen verloningsbeleid zal creëren. De Regioraad Limburg wenste de mogelijkheden van het nieuwe BVR RPR te onderzoeken met als doel de ontwikkeling van een gemeenschappelijk Limburgs kader en de daarmee samenhangende HR instrumenten.
Er werd beslist om dit te doen onder de vorm van occasionele gezamenlijke opdrachten. Na rondvraag in de Regio wensen 32 van de 42 lokale besturen en de provincie Limburg deel te nemen aan deze opdrachten. De samenwerkingsovereenkomst die hiervoor werd opgemaakt met de afspraken voor de verdere organisatie van de gezamenlijke opdrachten werd door de bevoegde organen van alle 33 deelnemende besturen goedgekeurd.
De tweede stap in deze historische Limburgse samenwerking op HR-niveau was het in de markt zetten van de occasionele gezamenlijke opdracht “Aanstellen dienstverlener in het kader van juridische ondersteuning nieuw verloningsbeleid”. Overeenkomstig de beslissing van 28 maart 2024 werd voor het bovengenoemde dossier een plaatsingsprocedure georganiseerd op basis van bestek met nr. 2024- 5573 opgesteld door dienst aankopen en de betrokken besturen.
De offertes werden ontvangen, nagekeken en beoordeeld.
In overeenstemming met artikel 50 van het decreet lokaal bestuur, worden de notulen goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.